Algemene dekkingsmiddelen, overhead, VPB, onvoorzien

Wat mag het kosten?

Programma: 7. Algemene dekkingsmiddelen, overhead, Vpb, onvoorzien

Bedragen x € 1.000,-

2025

2026

2027

2028

Mutaties per taakveld

0.4 Overhead

599

180

191

197

0.5 Treasury

-100

0.61 OZB Woningen

-100

-100

-100

-100

0.62 OZB Niet-woningen

-84

-84

-84

-84

0.64 Belastingen overig

0.7 Alg. Uitkeringen en ov. Uitkeringen GF

-4

-68

-136

0.8 Overige baten en lasten

-219

-219

-219

-219

Totaal mutaties per programma

92

-223

-281

-342

Analyse van het verschil tussen begroting na wijziging en rekening
(verschillen groter dan € 50.000 en afgerond op € 1.000)

Taakveld 0.4 Overhead (nadeel € 599.000 in 2025, nadeel € 180.000 in 2026, nadeel € 191.000 in 2027 en nadeel € 197.000 vanaf 2028)

Organisatiestructuurwijziging toekomstbestendige ambtelijke organisatie (incidenteel nadeel € 121.500 voor 2025 en € 5.500 voor 2026)
Het college heeft besloten de organisatiestructuur van de gemeentelijke organisatie te wijzigen en daarmee de basis te leggen voor de verdere organisatieontwikkeling. Als de Ondernemingsraad positief advies geeft, zal uiterlijk per 1 juli 2026 overgestapt worden op een directiemodel. De organisatie wordt dan aangestuurd door de gemeentesecretaris/algemeen directeur en twee directeuren, die gezamenlijk integraal verantwoordelijk zijn voor de gehele organisatie en strategische vraagstukken. Onder de twee directeuren functioneren teammanagers die verantwoordelijk zijn voor het personeel binnen hun teams. Deze wijziging in de structuur vormt de basis voor een toekomstbestendige gemeentelijke organisatie en biedt daarmee een stevig fundament voor de verdere ontwikkeling van de organisatie.

Op dit moment onderscheiden we twee typen kosten, namelijk de eenmalige kosten om het programma doorontwikkeling organisatie uit te voeren en de eenmalige frictiekosten als gevolg van de organisatiewijziging. Op dit moment is het nog te vroeg is om iets te zeggen over eenmalige frictiekosten en de omvang van de te vormen post flankerend beleid. Bij de verdere uitwerking van het organisatiemodel in de hoofd- en detailstructuur kan hier onderbouwd op worden ingegaan. In de besluitvorming over de hoofd- en detailstructuur worden de frictiekosten meegenomen. Op dit moment is het alleen mogelijk een eerste grove doorrekening te maken van de structurele kosten van beide modellen. In de doorrekening is gekeken naar de huidige kosten van de managementfuncties en hoe dit in verschillende scenario’s past binnen een van de twee voorgestelde modellen. De conclusie is vooralsnog dat alle scenario’s voor beide modellen passend zijn binnen het huidige budget.

De eenmalige kosten voor om het programma doorontwikkeling organisatie uit te voeren worden op dit moment geschat op € 314.000 voor 2025 en € 274.000 voor 2026. Voor het grootste deel is dekking gevonden binnen bestaande budgetten en een incidentele bijdrage vanuit de Provincie, zodat per saldo een last overblijft van € 121.500 voor 2025 en € 5.500 voor 2026 dat ten laste komt van de financiële positie.

Digitaliseren van persoon- en woningkaarten t.b.v. overbrenging naar het Regionaal Archief Rivierenland (incidenteel nadeel € 25.700 voor 2025)
Het digitaliseren van de persoons- en woningkaarten dient ter verbetering van de efficiëntie en toegankelijkheid. Na digitalisering zijn de kaarten digitaal raadpleegbaar en worden ze omgepakt en overgebracht naar het Regionaal Archief Rivierenland. Vanwege een eerdere lekkage in de archiefruimte is geadviseerd dit proces spoedig uit te voeren. De persoons- en woningkaarten zijn momenteel niet adequaat verpakt en opgeslagen, wat de kwaliteit aantast. Omdat deze kaarten regelmatig worden geraadpleegd en eerder sprake was van een lekkage in het archief, is er sprake van een verhoogd risico. Gezien hun historische waarde is zorgvuldige opslag noodzakelijk. Digitalisering maakt de kaarten duurzaam digitaal beschikbaar, waarna de fysieke exemplaren kunnen worden overgebracht naar het Regionaal Archief Rivierenland voor langdurige bewaring. Hier geen eenmalige kosten mee gepaard ten bedrage van € 25.700.

Financieel systeem (incidenteel nadeel € 90.000 voor 2025)
Doordat de implementatie (inclusief trainingen en dergelijke) van Key2finance en de aankomende omzetting naar de SAAS-omgeving van Lias veel tijd kosten, is in 2025 de ondersteuning nodig. Inhuur is een veel grotere kostenpost. Daarom willen we, vanwege kostenbesparing, een tijdelijke aanstelling van 36 uur creëren voor een jaar (2025) om zo niet de hoge kosten van inhuur te hoeven op te vangen. Daarmee krijgen wij de tijd ook naar de toekomst toe goed kijken hoe we deze functie nu gecombineerd gaan uitvoeren. Ook het aankomende traject van Lias en de afronding van de implementatie Key2finance kan dan plaatsvinden.

Opendag Gemeenteraad (incidenteel nadeel € 8.000 voor 2025)

Op 12 april heeft de gemeenteraad en organisatie een open dag georganiseerd, waarbij de gemeenteraad informeert inwoners over haar rol en hoopt hen te enthousiasmeren voor het raadswerk richting de verkiezingen van 2026. Daarnaast is de open dag een kans om te laten zien hoe de gemeente werkt. De open dag heeft als thema veiligheid, waarbij we inwoners bewust maken van ondermijning en laten zien hoe we samenwerken met onze veiligheidspartners. Voor de open dag van de raad en organisatie is in de begroting 2025 geen budget opgenomen, de afwijking betreft een eenmalig uitgave. De kosten voor het aspect veiligheid zijn reeds al wel gedekt vanuit bestaande budgetten. Per saldo is hier sprake van een incidenteel nadeel van € 8.000 voor 2025.

Hybride werken (incidenteel nadeel € 50.000 voor 2025)

In 2024 is het ‘Programma van mogelijkheden hybride werken’ opgeleverd. Op basis van de aanbevelingen in dit programma zijn er vervolgopdrachten geformuleerd om een verbeterslag te maken op het gebied van huisvesting (bricks), ICT (bytes) en onderlinge verbinding tussen collega’s, teams en pijler (behaviour). De nieuwe kaders voor het hybride werken gelden vanaf het voorjaar 2025 in plaats van 1 januari 2025. De uitgaven worden hierdoor in 2025 in plaats van 2024 gemaakt. De beoogde kosten bedragen afgerond € 50.000 voor 2025.

Actualisatie personeelslasten (nadeel € 224.000 voor 2025, nadeel € 96.000 voor 2026, nadeel € 112.000 voor 2027 en een  nadeel € 119.000 voor 2028)

Reguliere personeelslasten
Personeelslasten bestuur
De salarisafspraken die in de CAO-Rijk 2024-2025 voor het personeel in de sector Rijk zijn gemaakt, krijgen op basis van het rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers doorwerking naar de bezoldiging van burgemeesters, wethouders en raadsleden. Daarnaast vindt er jaarlijks een indexatie plaats op de vergoedingen van politieke ambtsdragers. Dit betekent een structurele stijging van de personeelslasten van € 79.000 per 2025. Voorgesteld wordt om dit structureel ten laste te brengen van de stelpost loonontwikkeling.

Personeelslasten ambtelijke organisatie
Op basis van de loonontwikkeling uit de cao gemeenten met een looptijd van 01.01.2024 t/m 31.03.2025 zijn de personeelslasten voor 2024 geactualiseerd in de 1e bestuursrapportage 2024. In de 1e bestuursrapportage 2025 wordt het meerjarig effect verwerkt inclusief de loonontwikkeling per 1 oktober 2024 en de periodieke verhogingen van salaris. Dit betekent een structurele stijging van de personeelslasten van € 262.750 per 2025. Deze stijging komt structureel ten laste van de stelpost loonontwikkeling die wordt gevormd op grond van de circulaires van het Rijk. Na deze actualisatie is het restant van de stelpost loonontwikkeling € 680.000 (4%) in 2025. Verder wordt voorgesteld het restant van de stelpost loonontwikkeling beschikbaar te houden voor het nieuwe cao (in 2025).

Overige personeelslasten
Buitengewoon ambtenaren burgerlijke stand (Babsen)
Al enkele jaren op rij zien we een stijgende lijn in het aantal huwelijken wat verricht wordt binnen onze gemeente. De verwachting is dat deze lijn minimaal zal stabiliseren rond de huidige aantallen, al dan niet verder op zal lopen in de toekomst. Middels deze aanpassing stellen we het budget bij naar het gewogen gemiddelde over 2023 en 2024. De stijging van het aantal huwelijken betekent meer inzet van de Babsen. Op basis hiervan betekent dit een structureel nadeel van € 15.000. Voorgesteld wordt om dit ten laste te brengen van de financiële positie. Tegenover deze hogere kosten staan de extra legesinkomsten vanuit de huwelijken die separaat zijn gemeld.

Reiskosten woon-werkverkeer, (thuiswerk)vergoedingen, enz.
De toename van het aantal medewerkers in dienst bij de gemeente Neder-Betuwe betekent ook een stijging van verschillende personeel gerelateerde budgetten zoals reiskosten (woon-werkverkeer), thuiswerkvergoedingen, jubilea, verzekeringen, enz. Per saldo betreft dit een stijging van structureel € 33.800 per 2025. Voorgesteld wordt om dit ten laste te brengen van de financiële positie.

Centraal opleidingsbudget
Het opleidingsbudget wordt gevormd op basis van een percentage van de totale personeelslasten. Met ingang van 2025 wordt 40% van het totale opleidingsbudget gereserveerd voor centrale en organisatiebrede opleidingen en 60% voor individuele opleidingen. Na actualisatie van de meerjarige personeelslasten betekent dit een toename van structureel € 96.395 in 2025 oplopend naar € 104.015 in 2029. Hier tegenover staat een structureel voordeel binnen het opleidingsbudget wat per afdeling begroot is, in totaal € 75.328 in 2025 aflopend naar € 57.605 in 2029. Per saldo betekent dit een structureel nadeel van € 21.067 oplopend naar € 46.410 in 2029. Voorgesteld wordt om dit ten laste te brengen van de financiële positie.

Voormalig personeel
Op dit moment hebben we één voormalig medewerkster die een WGA-uitkering ontvangt. De gemeente Neder-Betuwe is eigenrisicodrager voor de Ziektewet wat betekent dat wij verantwoordelijk zijn voor eventuele Ziektewet-uitkeringen. In dit specifieke geval zijn de kosten in 2025 in totaal € 22.800. Voor dit financieel risico heeft de gemeente een verzekering afgesloten wat betekent dat deze kosten volledig kunnen worden gedeclareerd. Dit heeft per saldo een budgettair neutraal effect op de financiële positie.

Overige kleine verschillen
Dit betreft een structureel nadeel van € 9.975 in 2025 oplopend naar € 20.435 in 2029. Dit behoeft geen verdere toelichting. Voorgesteld wordt om dit ten laste te brengen van de financiële positie.

Actualisatie afdelingsbudgetten
Het afdelingsbudget, opleidingsbudget en budget bewust belonen wordt gevormd op basis van een percentage van de loonsom. Nu de loonontwikkeling uit de cao 2024/2025 structureel is verwerkt zijn ook de afdelingsbudgetten geactualiseerd. In verband met de nieuwe verdeelsleutel van het opleidingsbudget zoals hierboven is toegelicht betekent dit binnen de afdelingsbudgetten een structureel voordeel van € 71.136 in 2025 aflopend naar € 47.742 in 2029. Voorgesteld wordt om dit ten gunste te brengen van de financiële positie.

Overige ontwikkelingen personeelslasten
Ontvangen WAZO-uitkeringen UWV
Wanneer een medewerkster met zwangerschapsverlof en bevallingsverlof gaat ontstaat het recht op een WAZO-uitkering van het UWV. Deze uitkeringen, die worden ontvangen door de werkgever, worden vervolgens ingezet voor de kosten die moeten worden gemaakt om de medewerkster die met verlof is te vervangen. In totaal is er tot op heden een bedrag van € 44.207 aan uitkeringen ontvangen. Dit heeft per saldo een budgettair neutraal effect op de financiële positie.

Opvang Oekraïense ontheemden
Sinds de oorlog in Oekraïne vangen wij Oekraïense ontheemden op in gemeentelijke en particuliere opvanglocaties. Voor de gemeentelijke opvanglocaties in Kesteren, IJzendoorn en Echteld hebben wij tijdelijk medewerkers in dienst genomen in de functie van locatiecoördinator. De hieraan verbonden personeelslasten worden vergoed uit de Rijksmiddelen die wij ontvangen voor deze opvanglocaties. Voorgesteld wordt om van de ontvangen Rijksmiddelen een bedrag van € 116.000 voor de jaren 2025 en 2026 over te hevelen naar de personeelsstaat. Dit heeft per saldo een budgettair neutraal effect op de financiële positie. Begin 2027 bekijken we de situatie opnieuw voor een eventueel vervolg.

Uitvoering begraafplaatsenadministratie
Binnen het beleidsveld begraven is zorgvuldigheid essentieel. Fouten in de administratie of uitvoering kunnen grote impact hebben op nabestaanden en de rechtszekerheid rondom grafrechten. Daarom is het van groot belang dat dit werk niet steeds opnieuw wordt overgedragen aan tijdelijke inhuur, maar structureel wordt belegd binnen het team Begraven. Recent overleg over de begraafplaatsadministratie bevestigt deze noodzaak. Belangrijke structurele taken, zoals het verwerken van grafrechten en de administratieve en fysieke nummering van urnenmuren, kunnen niet efficiënt worden uitbesteed. De overdracht naar externe inhuur vergt extra inzet en verhoogt de kans op fouten. Bovendien onderstrepen zowel Burgerzaken als uitvaartondernemers het belang van een correcte en consistente uitvoering.

De twee medewerkers die uitvoering geven aan de begraafplaatsadministratie zijn in staat deze taken zelfstandig op te pakken en direct in het administratiesysteem te verwerken, zonder extra begeleiding. Een structurele urenuitbreiding voorkomt afhankelijkheid van tijdelijke oplossingen, borgt continuïteit, draagt bij aan een efficiënte en foutloze uitvoering van deze essentiële werkzaamheden en is financieel gezien een kleine investering ten opzichte van inhuur. De structurele kosten hiervoor bedragen € 10.000 op jaarbasis. De financiële dekking hiervoor vindt plaats vanuit de voorziening onderhoud begraafplaatsen. Dit heeft per saldo een budgettair neutraal effect op de financiële positie.

Extra inzet Regieteam
In het Regieteam worden cases opgepakt waarbij de veiligheid van kinderen in het gedrang is. Dit zijn per definitie urgente situaties. Er is een wachtlijst, wat gezien de aard van de werkzaamheden onacceptabel is. Er wordt gewerkt aan manieren om efficiënter te werken. Intussen is de inschatting dat er voor heel 2025 voor gemiddeld 32 uur per week extra capaciteit noodzakelijk is om alle aanvragen (tijdig) te behandelen. Dit betekent een incidenteel nadeel van € 120.000 in 2025. Voorgesteld wordt om dit ten laste te brengen van de financiële positie.

Inzet participatieadviseur
Binnen de organisatie wordt een participatieadviseur ingezet voor 28 uur per week om participatie en communicatie met inwoners, bedrijven en organisaties vorm te geven. Daarnaast is de participatieadviseur verantwoordelijk voor het ontwikkelen van het participatiebeleid. De adviseur wordt gemiddeld 16 uur per week ingezet op projecten en programma’s van waaruit ook de financiering plaatsvindt. Voor gemiddeld 12 uur per week is de inzet o.a. gericht op het participatiebeleid, participatieplatform, enz. Per saldo betekent de inzet van de participatieadviseur in 2025 een incidenteel nadeel van € 20.000. Voorgesteld wordt om dit ten laste te brengen van de financiële positie.

Extra inzet heffen en innen rioolbelasting
Naar aanleiding van de wijziging in het heffen en innen van rioolbelasting is er (veel) extra werk ontstaan voor team Belastingen. In dit eerste jaar ontstaan er nieuwe werkzaamheden die (incidenteel) veel tijd vragen maar ook structureel vraagt dit extra inzet. In verband met pensionering van een collega binnen team Belastingen in 2025 biedt dit de mogelijkheid deze extra taak ook structureel in te bedden binnen het team.
Hiervoor is een structurele uitbreiding van 4 uur per week noodzakelijk. Dit betekent een nadeel van € 4.500 in 2025 en een structureel nadeel van € 9.000 vanaf 2026. De financiële dekking hiervoor vindt plaats vanuit de voorziening riolering. Dit heeft per saldo een budgettair neutraal effect op de financiële positie.

Taakveld

Omschrijving

2025

2026

2027

2028

2029

Overhead

P-lasten bestuur

79.038

79.038

79.038

79.038

79.038

Overhead

P-lasten organisatie

262.750

258.207

242.440

242.440

242.440

Overhead

Stelpost loonontwikk.

-341.788

-337.245

-321.478

-321.478

-321.478

Subtotaal

Personeelslasten

0

0

0

0

0

Overhead

Babsen

15.000

15.000

15.000

15.000

15.000

Overhead

Reiskosten ww, enz.

33.800

33.800

33.800

33.800

33.800

Overhead

Centraal opleid.budget

96.395

97.666

99.663

101.839

104.015

Overhead

Voormalig personeel

22.800

Overhead

Ontvangsten derden

-22.800

Overhead

Overige kleine verschil.

9.975

10.260

20.435

20.435

20.435

Subtotaal

Overige pers.lasten

155.170

156.726

168.898

171.074

173.250

Overhead

Afdelingsbudgetten

-71.136

-60.627

-56.559

-52.151

-47.742

Subtotaal

Afdelingsbudgetten

-71.136

-60.627

-56.559

-52.151

-47.742

Overhead

Inhuur derden bij ziekte

44.207

Overhead

WAZO uitkeringen

-44.207

Overhead

Opvang Oekraïne

116.000

116.000

Samenkracht

Opvang Oekraïne

-116.000

116.000

Overhead

Begraafplaatsenadm.

10.000

10.000

10.000

10.000

10.000

Begraafplaats

VZ begraafplaatsen

-10.000

-10.000

-10.000

-10.000

-10.000

Overhead

Extra inzet Regieteam

120.000

Overhead

Participatieadviseur

45.000

N.t.b.

Participatie Sociaal

-12.500

N.t.b.

Participatie Fysiek

-12.500

Overhead

Extra inzet Belastingen

4.500

9.000

9.000

9.000

9.000

Riolering

VZ riolering

-4.500

-9.000

-9.000

-9.000

-9.000

Subtotaal

Div. ontwikkelingen

140.000

0

0

0

0

Totaal

Overhead

224.034

96.099

112.339

118.923

125.508

Aanspraak stelpost prijsstijging (structureel nadeel € 78.000)
Vanuit taakveld overhead is in deze bestuursrapportage de prijsindexering verwerkt middels aanspraak op de stelpost prijsstijging. Het betreft een bedrag van structureel € 78.000. Dit nadeel dient u uiteraard in combinatie te zien met de vrijval van de stelpost prijsstijging onder taakveld overige baten en lasten verderop.

Taakveld 0.5 Treasury (incidenteel voordeel € 100.000)
Als gevolg van positieve saldi op onze bankrekeningen worden gemeenten verplicht om tijdelijke overschotten te storten op een bankrekening die de gemeente aanhoudt bij het ministerie van Financiën. Deze bankrekening genereert hierdoor ook rente. De toename van de positieve saldi op onze bankrekening wordt met name veroorzaakt doordat de investeringen achterblijven ten opzichte van de geplande investeringen. Verder is er nog tijdelijk geld uitgeleend aan een gemeente die behoefte had aan extra liquide middelen en hiervoor is ook een rentevergoeding ontvangen. In totaliteit levert dit een rente-inkomst op van € 100.000 welke niet is geraamd in onze begroting 2025.

Taakveld 0.61 & 0.62 OZB Woningen en niet-woningen (structureel voordeel € 184.000)
De OZB opbrengsten voor woningen en niet-woningen (bedrijven) zijn in 2025 € 184.000 hoger door areaaluitbreiding. Het betreft een bedrag van € 100.000 voor woningen en een bedrag van € 84.000 voor niet-woningen. De toename bij niet-woningen betreft voor het grootste deel nieuwe zonneparken in onze gemeente.

Taakveld 0.7 Algemene uitkering (structureel voordeel van € 4.000 in 2025 oplopend naar € 136.000 in 2028)
Decembercirculaire 2024 (structureel voordeel van € 106.000 in 2025 oplopend naar € 238.000 in 2028)
Hier ziet u het financieel effect terugkomen van de decembercirculaire 2024 waarover u middels een raadsinformatiebrief bent geïnformeerd. Het betreft een structureel voordeel van € 106.000 in 2025 oplopend naar € 238.000 in 2028.

Opruimen explosieven (structureel nadeel € 102.000)
De financieringsregeling voor het opruimen van explosieven is gewijzigd. Dit heeft u kunnen lezen bij de 3e W-vraag (wat mag het kosten?) van programma 2. Daardoor is bij programma 2 een voordeel gemeld van structureel € 102.000 en wordt in het taakveld algemene uitkering de baat geschrapt van eveneens structureel € 102.000. Zodoende is in dit taakveld sprake van een structureel nadeel van € 102.000, maar in totaliteit in samenhang met programma 2 sprake van een budgettair neutraal effect in deze bestuursrapportage.

Taakveld 0.8 Overige baten en lasten (structureel voordeel € 219.000)

Stelpost prijsstijging 2025 (structureel voordeel € 219.000)
Voor het jaar 2025 is voor prijsstijgingen een budget geraamd van € 540.000. Door Verbonden Partijen is bij het het aanbieden van hun begrotingen 2025 tot nu toe een aanspraak gedaan op deze stelpost van in totaal € 321.187. Zodoende resteerde nog een bedrag van afgerond € 219.000 op de stelpost prijsstijging 2025 dat in deze bestuursrapportage vrijvalt voor de gemaakte afspraken rondom prijsstijgingen. Door de organisatie is en in totaal voor € 800.478 aanspraak gemaakt op de stelpost prijsstijgingen. De totale aanspraak voor prijsstijgingen bedraagt € 1.121.665. Dit resulteert in het feit dat de stelpost prijsstijgingen niet toereikend is om volledig dekking te geven aan deze aanspraak en een tekort ontstaat van € 581.665. Dit betreft een structureel tekort voor onze financiële positie van € 581.665 per jaar. Het tekort zal bij de diverse taakvelden worden toegelicht in de eerste bestuursrapportage 2025.

Per saldo ziet u binnen dit taakveld de vrijval van het resterende deel van de stelpost prijsstijging 2025 ten bedrage van € 219.000. De lastenverhogingen ziet u toegelicht op de betreffende taakvelden in deze bestuursrapportage. Hieronder ziet u een overzicht van waaruit de aanspraken zijn ontstaan.

De totale aanspraak van € 1.121.665 heeft betrekking op de volgende onderwerpen:

Deze pagina is gebouwd op 06/04/2025 11:00:54 met de export van 06/04/2025 10:53:17